Kraambed – of postpartumpsychose komt voor bij één op de duizend kraamvrouwen en treedt op binnen een maand na de bevalling. Vooraf aan de psychose gaat de kraamvrouw slechter slapen. Het is (nog) niet duidelijk of dit slechte slapen een symptoom of een risicofactor is. De symptomen zijn divers, de vrouw kan druk zijn, eufoor of juist somber. Wanneer ze loskomt van de werkelijkheid spreekt men van psychose.

Oorzaak
Over de oorzaak van kraambedpsychose is nog weinig bekend. Het huidige onderzoek (Erasmus MC) richt zich op het immuunsysteem omdat is gebleken dat bij kraambedpsychose immuuncellen zijn geactiveerd. Bij zwangere vrouwen past het immuunsysteem zich aan om het vreemde lichaam (baby) dat in haar groeit niet af te stoten en de moeder toch te beschermen tegen ziekte. Na de bevalling moet het immuunsysteem weer op orde komen en juist in die fase zijn vrouwen kwetsbaar.

Beloop
De psychotische verschijnselen zijn heftig maar vaak goed te behandelen. Het herstel is volledig maar bij een deel van de vrouwen is de kraambedpsychose een voorbode van een meer structurele stoornis. Zij krijgen later opnieuw een depressie of een manie.

Behandeling
Vanwege de risico’s voor moeder en kind wordt bij een postpartumpsychose meestal gekozen voor een opname. In Nederland hebben het Erasmus MC in Rotterdam en het Regionaal Psychiatrisch Centrum in Woerden gespecialiseerde afdelingen waar moeders samen met hun baby kunnen worden opgenomen. Contact tussen moeder en baby vindt onder toezicht plaats.
Met een algemeen lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek worden een aantal mogelijke onderliggende lichamelijke oorzaken  van de psychose uitgesloten - of vastgesteld.
De behandeling bestaat uit medicatie,  structuur, optimalisering van de moeder-kind interactie en aandacht voor de partner en de familie van de patiënte.

Kennisbasis

Naar postpartum psychose is nog weinig onderzoek gedaan. Er bestaan dan ook geen specifieke richtlijnen voor de medicamenteuze behandeling. Vanwege de relatie tussen postpartum psychose en bipolaire stoornis, wordt in de acute fase de richtlijn voor de behandeling van acute manie aangehouden: slaapmedicatie, een antipsychoticum en eventueel lithium. Recent onderzoek ondersteunt de effectiviteit van lithium. Als medicatie geen effect heeft kan worden behandeld met electroconvulsietherapie (ECT).

Ook over de behandeling van postpartum depressie met psychotische kenmerken is weinig bekend. Ervaring leert dat bij sommige vrouwen gebruik van antidepressiva in de postpartum periode leidt tot  verslechtering. Daarom wordt gebruik van antidepressiva bij patiënten met een postpartum depressie met psychotische kenmerken ontraden.

Uit onderzoek blijkt dat video-interactie begeleiding en babymassage positieve effecten hebben bij moeders met een depressieve stoornis. De effectiviteit bij vrouwen met een postpartum psychose is echter nog niet onderzocht.

Medicatie wordt uitgescheiden in de moedermelk. Het geven van borstvoeding wordt daarom ontraden.

Meer informative is te vinden op: www.kraambedpsychose.nl